Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Wet op de jeugdzorg

 

Artikel 29w
1
Een jeugdige of degene die het gezag over hem heeft kan binnen redelijke termijn tegen een beslissing als bedoeld in de artikelen 29h, zesde lid, tweede volzin, 29o, derde lid, 29p, tweede lid, 29q, derde lid, en 29r, derde en vierde lid, de toepassing van artikel 29t, of een beslissing aangaande verlof als bedoeld in artikel 29v een schriftelijke klacht indienen bij de klachtencommissie, bedoeld in artikel 68.
2
Bij algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld met betrekking tot de samenstelling van de klachtencommissie bij de behandeling van klachten als bedoeld in het eerste lid en de wijze waarop deze klachten worden behandeld.
3
De klachtencommissie neemt zo spoedig mogelijk, doch in ieder geval binnen vier weken, te rekenen vanaf de datum waarop de klacht is ontvangen, een beslissing op de klacht.
4
De beslissing van de commissie strekt tot:
a
onbevoegdverklaring van de commissie,
b
niet-ontvankelijkverklaring van de klacht,
c
ongegrondverklaring van de klacht, of
d
gegrondverklaring van de klacht.
5
Indien de commissie de klacht gegrond verklaart, vernietigt zij de bestreden beslissing geheel of gedeeltelijk. Gehele of gedeeltelijke vernietiging brengt vernietiging van de rechtsgevolgen van de beslissing of het vernietigde gedeelte van de beslissing mee.
6
Indien de commissie de klacht gegrond verklaart, kan zij degene die de beslissing heeft genomen opdragen een nieuwe beslissing te nemen en voor het nemen daarvan een termijn stellen.
7
Indien de commissie de klacht gegrond verklaart, kan zij bepalen dat enige tegemoetkoming, die geldelijk van aard kan zijn, aan de klager geboden is en stelt deze tegemoetkoming vast.


Jurisprudentie bij dit artikel

  • Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.

  • Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.
  •